1. |
beide voeten optillen
03:50
|
|||
ik hoop dat ik soms kan
of zal vinden wat ik blijkbaar zoek
vergeelde blauwdruk van een meesterplan
de slotzin van een nooit geschreven boek
en als de aarde stopt met aardig zijn
sluit dan langzaam het okeren gordijn
drie feiten over de waterplant
eeuwig vliegen op het weefgetouw
een koud vuur waarin de waarheid brandt
het papier en haar laatst mogelijke vouw
en als de aarde stopt met aardig zijn
de schemering langzaam ontpopt
sluit dan het versleten gordijn
dat lang niet alle stralen stopt
|
||||
2. |
remigrant
03:58
|
|||
dus laat het voor wat het is
attracties van tropisch hardhout
diagonaal gestreepte siervis
spinrag van bladgoud
wij zijn allemaal reddingsmissies
gedoemd om te mislukken
en om tien uur, tien uur precies
verscheen daar de boekdrukkunst op krukken
alleen de dood verstaat
de kunst van het weglaat
|
||||
3. |
verre bergen
02:19
|
|||
jij was hier en toen weg
verderop een vlieg op de muur
en na het laatste zorgoverleg
schrijf ik je voornaam in glazuur
ieder wachtwoord onder druk
trek je handen van jezelf af
sla zachtjes de pompoenen stuk
de musketiers hun zeemansgraf
|
||||
4. |
||||
reizigers zonder eindbestemming
zouden hier kunnen overstappen
intussen voel jij je wederom de lemming
verdwaald tussen archiefmappen
en plotseling als bij bliksemslag
sloeg die nacht de bliksem in
alles is altijd uitstelgedrag
behalve in het gastgezin
de tegenwoordigheid van geest
om het verleden te laten rusten
ook de toekomst is er al lang geweest
struint doelloos langs de goudkusten
want plotseling als bij bliksemslag
sloeg die nacht de bliksem in
alles altijd vluchtgedrag
afwachtend als de kruisspin
|
||||
5. |
stenen gems
03:45
|
|||
mijn koninkrijk, mijn koninkrijk
voor een net iets groter koninkrijk
jouw naam, jouw werkelijke naam
bezwijkend als een zomerdijk
en wanneer ik mijn ogen inspan
zie ik het mijnenveld voor mij
waar geen mens doorheen kan
tenzij, tenzij
zoals reigers niet echt rijgen
is alle begin nooit echt moeilijk
om over eindes nog maar te zwijgen
dus sta op en sla de dag stuk
ik voel me genoodzaakt
geen noodzaak meer te voelen
want alles wordt geradbraakt
zittend op zwarte stoelen
|
||||
6. |
spinrag van bladgoud
04:38
|
|||
ondanks hoe veelgelaagd
dieper dan de overkant
als jij ooit vervaagt
zeefdruk van mijn rechterhand
zachter dan de stilste kamer
toekomstdromen achterna
alles klinkt steeds zwijgzamer
een lade vol vanillevla
vervals mijn vervalste vingerafdruk
terwijl ik aan zondagen denk
voor de rubberkogels buk
en te voorzichtig de melk inschenk
zachter dan de achterkamer
lucide dromen over canada
en alles steeds maar langzamer
een la voor parafernalia
|
||||
7. |
aan de treurwilg
02:19
|
|||
waarom moeten dingen poëtisch
in de donkere nacht verdwijnen
en niet anti-profetisch
in lege handen verschijnen
want ooit zullen wij allemaal smelten
en toch zoeken we steeds weer wat wijders
als lachende hyena's op stelten
roomboter voor de hongerlijders
|
||||
8. |
||||
weet wie hier de schaakstukken verzet
schone handen zonder gratie
als een steeds weer leeglopend luchtbed
grondwater, vergeef ons de inflatie
jij weet ervan, de oogstmaand
langs de golvende stippellijn afscheuren
nauwelijks te vinden, maar niet te missen
zoek antwoorden achter de kleinste deuren
leer over de kunst van het forelvissen
jij weet ervan, de oogstmaand
het bestemmingsplan
voor eeuwig leegstaand
iedere dag weer een nieuw vijfjarenplan
steek daarmee de laatste strohalm aan
iedereen iemands onderbuurman
als een wrakstuk op de hindernisbaan
|
||||
9. |
schuilmaan
02:24
|
|||
waarheen roeien wij, blauwmoedige maria
ik vertrouw de stroming niet
breng ons naar verlaten planetaria
waar het kwaad nog niet is geschied
|
||||
10. |
hoe de valwind stijgt
04:32
|
|||
het is wachten op het alzijdig wezen
met stroperig gedachtegoed
dat ons haarfijn de ware les komt lezen
een vorm met een donkergroene gloed
waaraan alleen het juiste blijft kleven
opgedroogde cirkels druivenbloed
en nooit hadden we zo niets te zeggen als morgen
de ochtendzon gaat toch wel weer onder
een dag zonder gebrek aan onnodige zorgen
alle zeven toevalligheden geen enkel wonder
|
||||
11. |
||||
we wisten nog hoe je het aanraakt
maar niet meer hoe de morgenzon ruikt
we begrepen hoe het asfalt smaakt
en alle gedachten zijn opgebruikt
wat niets wegneemt van de echtheid
van kleine bergkristallen
broodnodige slechtheid
op paden die alsmaar versmallen
leid ons, onzichtbare berggeit
|
||||
12. |
vergeelde blauwdruk
03:40
|
|||
geef ons een uitgang die niet doodloopt
drie laatste woorden die niemand verwacht
maar waar de dwaas op had gehoopt
en waar de v voor staat
we hebben er het raden naar
hoe jij een mens napraat
er dreigt geen reëel gevaar
wie schetst mijn zelfportret
terwijl jij naar binnen keek
is de lucht in brand gezet
net voor de zondagspreek
en laat me vooral niet weten
de stand van doffe sterren
wat ik zoal ben vergeten
naast ogen opensperren
en waar de bloem voor staat
je hebt er het raden naar
en wie heeft er bepaalf
dat er niets rijmt op twaalf
|
||||
13. |
pasgeboren herfstwind
02:08
|
|||
eerst was er de mammoetboom
in het veld waar de sombrero neerviel
je doopnaam net geen palindroom
een vluchtig geschetst daderprofiel
en alle vissen net door de mazen
laten we maar doen alsof het niet echt gebeurt
als silhouetten die de aftocht blazen
door lavalampen ingekleurd
|
||||
14. |
loden sierbloem
02:27
|
|||
alles hier oogt verfomfaaid
een overschot aan stoffelijkheid
meer dan alleen het gras weggemaaid
een veel te vaak verbeelde werkelijkheid
alles hangt als los zand aan elkaar
het vasteland daargelaten
en vlak na de vertoning knapte toch de snaar
maar dat had niemand in de gaten
|
||||
15. |
onzichtbare berggeit
04:06
|
|||
halveer een derde broccoli
en kijk uit over het stille achterland
adem in door een linkerknie
en weet waar je verzandt
de geschiedenis wijst uit
alleen eindes zijn zaligmakend
en niets echt een wijs besluit
het licht schijn en het duister nakend
alles draait om als je het omdraait
wij struikelden over oogwit
en jij wacht af totdat het gras jou maait
zacht mompelend in hurkzit
|
||||
16. |
algoritme
02:43
|
|||
ergens in de namiddag
als de zon haar laatste salto maakt
met verderop de graanopslag
en het vogelnest onaangeraakt
herhaalt alles zichzelf
alsof we het niet hoorden
als in een stoffig fluistergewelf
ergens in het lage noorden
herhaalt alles zichzelf
|
||||
17. |
bergrug
04:17
|
|||
in die droom was jij je eigen moeder
in het wollen vest dat niet meer in het oog springt
je weegt iets af, het fijne bakpoeder
dat tot in alle vezels doordringt
roep me niet terug als de hond in het park
zeven herfsten in een veel te wijde trui
we bouwen door aan een tweepersoons ark
voor de onfeilbare onweersbui
de flauwe gloed in een bijna lege emmer
de driewieler die het ravijn in reed
de dood als universele virusremmer
en wij het medicijn dat weinig deed
|
||||
18. |
stilleven
03:31
|
|||
je ogen achteruitkijkspiegels met
beginnende scheurtjes aan de randen
we dachten door het ochtendgebed
droegen schrijvers op bevende handen
we leggen kookboeken op hangende schouders
alleen over kruiding valt te twisten
perzische tapijten voor standhouders
en bloedserieuze humoristen
|
||||
19. |
noot
04:19
|
|||
de zinloosheid van een zin als deze
kan me niet langer echt meer ontroeren
als hangend aan een trage trapeze
die ze steeds naar elders vervoeren
de vlammenzee brandt alles schoon
schept dalen om in rond te dwalen
ieders onverdiende loon
langzaam iets groots tevoorschijn halen
wees die persoon in de mistige spiegel
droom niet van paasbergen beklimmen
de ooit geboren nooit verloren zoon
die zelfs bakstenen wil laten glimmen
iedereen zijn onverdiende loon
een paarse heuvel om op rond te dwalen
langzaam iets groots tevoorschijn halen
|
||||
20. |
novelle zonder einde
02:58
|
|||
permanente momentopname
van alweer een witte olifant
ben ik mijn eigen baas, ik ontsla me
en lees het terug in de zondagskrant
niet alle wegen leiden naar echte plaatsen
soms weerkaatsen lichtstralen
kortverhalen die nog niet zijn verteld
huidlagen die nog niet zijn verveld
|
||||
21. |
zilveren adem
02:57
|
|||
landverrader op open zee
ik weet pas waar ik heenga
zodra ik weer vertrokken ben
en altijd de tegenwind mee
stilstand de enige achteruitgang
waarmee nog valt te vluchten
in de verte praatgezang van
omhooggevallen vruchten
|
||||
22. |
elastieken gestalte
01:19
|
|||
23. |
recent water
02:25
|
|||
ik hielp je je leven op de rails te zetten
geen goudsbloem, geen hand, geen dank
alleen zodat een trein je voeten kon pletten
maar alleen de verloren tijd loopt niet mank
|
||||
24. |
zwaluwlongen
05:38
|
|||
ik kwam voor de zilveren adem
en bleef voor jouw zwijgende handen
alles wat hier nog past is een vadem
meet de waterdiepte met je enkelbanden
betaal de bodemprijs voor de scherven
in het doosje op de kledingkast
en wie liet de voordeur openstaan
plakte nachtvlinders aan de muur
terwijl jij sliep in het oog van de orkaan
abstract geschilderd bijfiguur
gescheurde geblakerde biljetten
een wandelstok besmeurd met pruimenjam
zelfs de waarheid luistert niet naar wetten
dat hoor je duidelijk in haar stem
maar wie liet de zijdeur openstaan
plakte stof tegen de vestingmuur
terwijl jij stilstond in het oog van de orkaan
ontstaken wij het vreugdevuur
|
Streaming and Download help
If you like stille vennoot, you may also like:
Bandcamp Daily your guide to the world of Bandcamp